"Ik wil U zien met mijn ogen, horen met mijn oren, voelen met mijn handen, Heer, ik wil weten wie U bent." Als een soort mantra bad ik dit gebed tijdens een van de gebedssessies op de bijbelschool zes jaar geleden. Mijn hele hart stortte ik erin uit en ik had het volste vertrouwen dat God mijn gebed zou horen. Tot het einde van de sessie. Veel hadden een woord van God gehoord of iets van Hem gezien, behalve ik. Ik zal eerlijk toegeven dat ik lichtelijk teleurgesteld was.
De volgende ochtend stond ik met enige tegenzin vroeg op om volgens gewoonte God te zoeken. Ik had er niet veel verwachting van en de teleurstelling van de avond ervoor zat me nog aardig dwars, en dus zat ik op het bankje in de kamer, terwijl ik God aanbad, meer met mijn verstand, dan met mijn hart. Toen er bijna een uur voorbij was, en dat uur was ontiegelijk saai om eerlijk te zijn, hoorde ik ineens een stem. Het was een soort gedachte, een impressie, die zo sterk was, dat ik zeker wist dat de gedachte niet van mezelf was. Ik hoorde simpelweg: 1 Johannes 1. Mijn eerste reactie was aardig cynisch. 'Ik weet toch wat er in Johannes 1 staat?! Het Woord is Mens geworden... Wat heb ik daar nou aan?' Echter bedacht ik mij dat ik 1 Johannes 1 hoorde en dus koos ik ervoor het toch maar op te zoeken. Wat stond er?
"Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens
– want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard – wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus. En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt. 1 Johannes 1:-15
Ineens was mijn interesse gewekt. Gezien met eigen ogen? Gevoeld met eigen handen? Gehoord? Dit is exact mijn gebed van gisteravond! 'Heer, wat wilt U zeggen?' Mijn cynisme en teleurstelling verdween als sneeuw voor de zon en maakte plaats voor een hart van hoop en verwachting. God had mijn gebed dus toch gehoord!
De volgende ochtend stond ik opnieuw vroeg op, ditmaal met iets meer enthousiasme. Opnieuw deed ik mijn ritueeltje, waarbij ik God aanbad, meer met mijn verstand dan met mijn hele hart, maar opnieuw hoorde ik aan het einde van het uur een stem. Ditmaal zei Hij: Mattheüs 25. Snel zocht ik het op, en wat denk je dat er stond?
Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed? Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen? En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan. Mattheüs 25:37-40
Ik had een idee wat God probeerde te zeggen. Later ging ik naar de dienst en raad eens welk nummer centraal stond? "I will meet you in the mission field", oftewel ik ontmoet U op het zendingsveld. In de wereld. In de gezichten van de mensen om je heen. Jezus liet mij zien dat ik Hem letterlijk kan aanraken, Hem kan voelen met mijn eigen handen, Hem kan zien met mijn ogen, Hem kan horen met mijn oren. Want wanneer ik mij ontferm over de hongerige, de dorstige, de naakte, de zieke, de gevangene of de vreemdeling, dan ontferm ik mij over Hem.
Anno 2023 vraag ik mij weleens af in hoeverre we soms zo ijverig kunnen zijn om God te leren kennen, dat we vergeten Hem te ontmoeten in de mensen die het dichtst bij ons staan. In onze man of vrouw, vriend of vriendin, onze kinderen, onze collega's. De mensen op de straat, onze alleenstaande oma, pleegkinderen, de verkoopster van de dakloze krant, de zwerver op de straat.
Heer, geef ons ogen om U te zien in de mensen om ons heen. Help ons U te ontmoeten in de ander. Leer ons lief te hebben, zoals U dat heeft. Geef ons moed om uit te stappen. Laat onze ogen op de ander gericht zijn. Amen.
Comments