Dit verhaal is een vervolg op een vorig blog wat ik heb geschreven; hoe God sprak over het doen van een DTS in Hawaï, een bijbelschool waar ik destijds geen geld voor had. Heb je die nog niet gelezen? Ga dan snel naar: https://melissafeenstra.wixsite.com/beautyunfolding/home/is-dit-echt-van-u-heer
Vrijdag 1 januari 2016
Ineens zou ik binnen een week voor een halfjaar naar Hawaï vertrekken. Ik wist niet wat mij overkwam! Ik had per direct ontslag genomen van mijn supermarkt baantje, ik had mijn studie en studiefinanciering opgezegd en mijn huisgenoten gevraagd iemand te zoeken voor mijn studentenkamer. De avond ervoor had ik nog oud en nieuw gevierd in Groningen en afscheid genomen van de mensen om vervolgens op Nieuwjaarsdag naar mijn ouders te gaan. Van tevoren had ik aan God gevraagd of-ie me wilde helpen niet eigenwijs te zijn, maar gewoon de adviezen van m’n ouders op te volgen, want als ik druk ben, dan zien zij meer dan ik.
Eenmaal thuis merkte ik dat we allemaal wel even moesten wennen aan het idee. Ineens zou ik dan toch voor een halfjaar vertrekken naar het buitenland! Tenminste als ik al het geld zou krijgen. Ik had ruim 10.000 euro nodig, waarvan 5.000 euro voor de lesfase en 5.000 euro voor de outreach fase. Daarnaast had ik nog geld nodig voor het vliegticket en nog geld voor het leven daar, waar één appel al één dollar kost. Samen met mijn vader keek ik naar de mogelijke vliegtickets. 2.200 euro, 1.400 euro, 1.800 euro, 1.100 euro… Reizen van 36 uur, 48 uur en 24 uur... Reizen via Seoul (Zuid-Korea) of Seattle (VS)... Zoveel opties! Uiteindelijk bleek het goedkoopste vliegticket dat we konden vinden 1.100 euro te kosten. Ik vulde mijn gegevens in en opende vervolgens mijn bankrekening. Slik. Daar stond net genoeg op voor het vliegticket, maar dat was dan ook alles. Ze hadden mij verteld dat ik 1.000 euro zou moeten betalen, voordat ik zou arriveren op Hawaï. Zou ik dit niet hebben gedaan, dan zouden ze mij moeten terug sturen. Ik voelde de druk. Ik zag geen enkele mogelijkheid hoe ik aan het geld zou kunnen komen. Durf ik deze stap in geloof te zetten? M'n vader had inmiddels een stapje naar achteren gedaan. Ik wilde op de knop van 'verzenden' klikken om het vliegticket te kopen, maar ik kon het niet. Ik begon te huilen. Ik had van binnen de kracht niet. Toen vroeg m'n vader voorzichtig of ik het wel echt moest doen. “Weet je Lissie, ik hoop dat je het niet doet. Het gaat allemaal zo vlug en God doet niets in de haast. Waarom slaap je er niet nog een nachtje over en vraag je God of dat als het echt Zijn plan is dat Hij je bevestigt?” Ik moest direct denken aan het gebed wat ik had gebeden voordat ik naar m’n ouders ging. Ik had gebeden dat ik niet eigenwijs zou zijn, maar hun advies zou opvolgen. Is dit een test? Zou ik dan toch niet gaan? “Maar pap”, zei ik, “God heeft al zoveel gesproken, dus ik kan dan beter vragen dat als het niet van Hem is dat Hij dan spreekt. Maar ik ben het er wel mee eens dat God niets in de haast doet. Als het inderdaad van God is, dan zal het vliegticket er morgen ook nog wel zijn.”
We gingen naar beneden en daar zaten mijn moeder, zus en zwager vol spanning te wachten. “En? Heb je het vliegticket geboekt?” Ze waren vol verwachting en super enthousiast. Ik was echter nog steeds verdrietig en bang. Mijn vader sloeg zijn arm om mijn schouder en legde de situatie uit. Ik verwachte begrip, maar hun reactie was compleet anders. Ze ontploften bijna! “Hoe kan je nu nog twijfelen?” "Ik zou willen dat God zo duidelijk tot mij had gesproken!" En ze brachten alles wat God het afgelopen jaar had gesproken in herinnering. Wat heerlijk om zulke mensen om je heen te hebben staan. Dat was net wat ik nodig had.
Zaterdag 2 januari 2016
Ik was net wakker geworden, maar ik had geen droom gehad. Geen teken. Geen bevestiging. Ik wist dat ik dat ook niet meer nodig had, want ik wist dat ik moest gaan. Toch durfde ik het nog steeds niet. Voor m'n gevoel zat ik gevangen tussen twee kwaden: ik had mijn opleiding, baan, huis en studiefinanciering al opgezegd, dus ik kon niet terug. Maar ik had ook van binnen de moed nog niet niet om een vliegticket te kopen zonder te weten wat mij te wachten stond, dus het voelde alsof ik ook niet verder kon. God moest een wonder in m’n hart doen. Ik besloot niet eerder m'n bed uit te gaan dan het moment dat God zou spreken. Ik bad, ik las de Bijbel, ik belde met een vriendin. Ik worstelde, ik huilde, ik schreef. Ik dacht na, ik piekerde, ik zong. Uiteindelijk kwam ik bij het stukje in de Bijbel waar Jezus een blinde man ontmoet. ‘Wat wil je?’ vroeg Jezus aan de blinde man. ‘Ik wil zien!’ zei de man en Jezus genas hem. Op dat moment had ik het idee dat Jezus fluisterde: “Melissa, wat wil jij?” “Het geld! Het geld! Het geld!” riep ik. “Is dat echt wat je wilt?” fluisterde Hij opnieuw. Op dat moment wist ik dat het geld niet het probleem was. Het probleem zat in mijn hart. “Nee Heer, want ik wéét dat U zult voorzien. Ik wil rust over m’n geld”. Een diepe rust en vrede viel vervolgens over mij heen en ik wist dat het goed kwam. Alsof ik op dat moment het geld op mijn hemelse bankrekening had ontvangen en ik nu alleen nog maar hoefde te wachten op het moment dat het op mijn aardse bankrekening zou staan. Vol vrede en tegelijkertijd opgewonden liep ik naar beneden. M’n vader zat op de grote, witte stoel. “Nou pap, God heeft niet gesproken vannacht hoor.” “Nee”, zei m’n vader tot mijn verbazing, “tot mij wel. Het is goed. Je moet gaan.”
Opnieuw liepen we naar de computer toe. Het vliegticket van gisteren was nog steeds beschikbaar. We vulden alle gegevens in, maar ditmaal ging het zonder tranen en was ik vol vreugde! Ik klikte zelfverzekerd op de knop: gekocht. Mijn rekening dropte, maar ik was niet meer bang. God zou voorzien. En hoe...
Zondag 3 januari 2016
Het was de laatste keer dat ik voorlopig in de kerk zou zijn. Ik had degene die de kerkdienst leidde gevraagd of ik nog snel iets mocht delen over wat ik ging doen, aangezien ik ineens een halfjaar niet in de kerk zou komen. Dit mocht! Ik deelde met de gemeente hoe God had gesproken over de DTS en hoe Hij had beloofd te voorzien. “…Voor komende donderdag heb ik 1.000 euro nodig, anders word ik teruggestuurd en op dit moment heb ik dat niet, maar God heeft gezegd dat Hij zou voorzien, dus ik zal gaan!” Ik stond er zelfverzekerd en vol vreugde. Ze zegenden mij uit, waarna ik weg wilde lopen. Maar ik moest nog even blijven staan. Wat bleek? God had gesproken tegen een zendeling in onze gemeente dat de collecte die voor haar bestemd was die ochtend naar mij moest gaan. De collecte was ruim 990 euro, wat afgerond 1008 dollar was. Precies die 1000 dollar die ik nodig had om donderdag te mogen arriveren!!! Wauw. God is trouw. Vervolgens zag ik hoe allemaal verschillende mensen in de dagen daarna diverse bedragen stortten op mijn rekening en nog voordat het donderdag was, had ik het geld voor de lesfase wat 5.000 dollar was bijna helemaal bij elkaar. Ik ging naar Hawaï!
Februari 2016
De lesfase was in volle gang en ik leerde enorm veel. Er waren uitdagingen die ik niet had voorzien, maar ze waren het zo waard. Ik leerde Jezus beter kennen en Hij deed een enorm werk in mijn hart. Hoewel het geld voor de lesfase binnen was komen stromen, bleef het geld voor de outreach grotendeels uit. Nu maakte ik mij daar in eerste instantie niet zoveel zorgen om. Er was een deadline voor de eerste aanbetaling van 2.500 euro en ik ging er vanuit dat het geld op die dag gewoon op mijn rekening zou staan. Wat keek ik op, toen dat niet het geval bleek te zijn! “God, wat is er aan de hand? U zou toch voorzien? Hoe kan dit?” Ik begreep er niets van. De schoolleiders kochten de vliegtickets van de andere studenten, maar die van mij zat er nog niet tussen. Ik vroeg of God wilde spreken. Ik was verward. Hij had het toch beloofd? Ik keek gefascineerd naar de oceaan en begon te zingen. Aanvankelijk was ik mij totaal niet bewust van welk nummer ik zong, totdat ik kwam bij het laatste zinnetje. Het laatste zinnetje was precies de tekst die God mij had gegeven afgelopen zomer. ‘Ja Heer, ik ren naar U toe, als ik bang ben en moe. Niet door kracht noch geweld, maar door de Geest van Mijn Zoon”. De tekst uit Zacharia 4:6. Even later ontmoette ik een man met een tatoeage op zijn arm. Zacharia 4:6. Opnieuw exact dezelfde tekst. God bleef knipoogjes geven.
Het wachten op het geld voor de outreach voelde als het wachten op een verjaardagscadeautje. Als kind maakte je je wensen bekend voor je verjaardag aan je ouders. Op een gegeven moment wist je dat ze naar de stad waren geweest en het verjaardagscadeautje gekocht hadden, maar je moest nog wachten met het uitpakken tot de verjaardag zelf. Zo voelde het voor mij ook. Het voelde alsof God het geld al klaar had liggen, maar ik nog moest wachten tot ‘de juiste tijd’ dat ik het ook daadwerkelijk zou zien op mijn bankrekening en kon betalen aan de school. De rust en zekerheid die ik in januari had gekregen over de financiën had ik nog steeds.
Wat mij echter wel onrustig maakte, was de manier hoe God wilde voorzien. De leiding wilde dat ik mensen zou benaderen om hen te vragen of ze mij wilden ondersteunen. Hier worstelde ik enorm mee. Niet omdat ik dat niet durfde, maar meer omdat ik geloofde dat God zou voorzien en dit voelde alsof ik er dan zelf voor zou werken en mijn vertrouwen van God af zou halen. Ik wist niet hoe ik hier mee om moest gaan, totdat een vriendin mij wees op het verhaal van Jezus als twaalfjarig jongetje. Jezus wilde in de tempel bij Zijn Vader zijn, want Hij wist dat dat de beste plek was om te zijn. Toch wilden zijn ouders dat Hij met hen meekwam naar huis. Jezus ging uiteindelijk mee met zijn ouders en dan staat er dat Hij groeide in aanzien bij God en bij mensen. Uit dit verhaal begreep ik dat hoewel ik nog steeds geloofde dat God ook zou voorzien als ik geen mensen zou vragen, ik mensen mocht vragen uit respect voor mijn leiders. Uit respect voor mijn leiders mocht ik doen wat zij mij adviseerden zonder dat ik daarmee mijn vertrouwen niet in God zou stellen. En dus heb ik een aantal mensen benaderd met de vraag of ze mij wilden ondersteunen. Hier kreeg ik verschillende reacties op en uiteindelijk kwamen er diverse bedragen binnen waar ik ontzettend dankbaar voor was. Ik had inmiddels 700 euro van de 5000 euro. Nog 4300 euro te gaan…
Koekjes bakken
Een ander meisje dat het geld voor haar outreach ook nog niet bij elkaar had, besloot om koekjes te gaan bakken en te verkopen. Ik stelde voor om het samen te doen. Voor dat de donderdagavonddienst begon, stonden wij een uur bij de ingang om koekjes te verkopen. Eerlijk gezegd verkocht het niet goed. Het was een heleboel werk voor heel weinig geld als je bedenkt dat je in totaal tweemaal 5.000 euro nodig hebt. Uiteindelijk hadden we 60 euro opgehaald, waarvan er 20 euro aan kosten vanaf gingen. De winst was dus 20 euro per persoon.
Nu had God eerder die dag gezegd dat ik twintig euro mee moest nemen naar de donderdagavonddienst. Ik had dus twintig euro in mijn zak gedaan, maar voelde mij niet geroepen om deze in de collecte te doen. En dus liep ik na de dienst met de twintig euro nog in mijn broekzak terug naar mijn kamer. "God, waarom moest ik die twintig euro eigenlijk meenemen?" vroeg ik mij af. Ineens wist ik het: ik moest de twintig euro aan mijn vriendin geven met wie ik de koekjes had verkocht. Ik mocht immers niet werken voor mijn geld – dat had God gezegd. Hij zou voorzien, niet ik. De twintig euro was precies de winst die ik had gemaakt. De volgende dag ging ik naar mijn vriendin Erika toe. “Erika, ik denk dat God me vraagt dat jij het geld mag houden. Ik heb niet juist gehandeld door koekjes te bakken en die te verkopen, want Hij zei dat Hij zou voorzien. Ik had jou gewoon moeten helpen in plaats van het ook voor mezelf te doen.” We spreken af dat zij het geld hield - die twintig dollar - en God zou voor mij op een andere manier voorzien. Tien minuten later hoorde ik dat we gingen bidden voor het geld. Ik had op dat moment nog ongeveer 3.500 euro nodig voor outreach. Twee meiden kwamen naar mij toe. Beiden vulden een bedrag in op mijn briefje. Ik zag dat ik ineens genoeg had. Ze zeiden dat ze zo graag wilden geven, maar zodat ze niet wisten aan wie, totdat God mijn naam in hun gedachten noemde. God noemde mijn naam! Ik viel op mijn knieën en begon God te danken. Ik moest huilen. God was opnieuw trouw geweest! Ik zou op outreach gaan naar Nieuw-Zeeland, om daar te dienen, toen nog niet wetend dat daar opnieuw zegening na zegening ons zou overspoelen.
Wat een avontuur om met God te leven!
God had voorzien van ruim 10.000 euro. Ruim 10.000 euro. Zegeningen op zegeningen. Hij liet zien dat Hij werkelijk te vertrouwen is. Welke probleem je ook hebt – een probleem is slechts een mogelijkheid om God op een manier te leren kennen hoe je Hem nog nooit hebt leren kennen. Als jij financiële zorgen hebt, strek je dan uit naar God en onderzoek wie Hij is in Zijn Woord. Ga op Zijn beloften staan en ga zien hoe Hij voor jou gaat zorgen. Hij houdt van je!
Commentaires